4/07/2013

Balú



Hallo, ik ben Balú. Ik zeg u dat mijn leven, hoewel nog niet erg lang, niet onbelangrijk is. Toen ik geboren werd, was ik erg blij, had andere broertjes en een grote mama die me knuffels en kusjes gaf, gedurende de dag. Ik bracht de hele dag door spelend met mijn broertjes en als ik moe was, dan gaf mijn moeder me te eten om weer op krachten te komen om verder te spelen. Plotseling op een dag, nam iemand, die niet mijn moeder was, me in zijn armen en ook al begon ik te huilen en te schoppen, ik was te klein om mijzelf te verdedigen. Die armen waren te sterk voor mij en ik kon niets doen. Ik herinner me dat ze mij in een grote en koude plaats opsloten. En ik vroeg me af waar mijn moeder en mijn broers waren. Ik was alleen. Ik was koud en hongerig. Het enige wat ik kon doen was me verbergen in een hoek en jammeren. Ik weet niet hoeveel tijd ik daar was, maar voor mij leek het een eeuwigheid.
Toen op een dag opende iemand de deur en ik kon eruit, maar er was niemand die me aaide of die me liefde gaf.  Dus ik begon te rond te lopen en ik snuffelde in alle hoeken op zoek naar iets eetbaars, maar niets rook zoals mijn moeders warme melk. Ik liep en liep totdat ik uitgeput neerviel en toen werd het nacht. Toen kwamen er nieuwe vreemdelingen, zij probeerden mij ook te pakken, maar waarom? Ik was bang en liep en liep totdat ik geen kracht meer over had en uiteindelijk konden ze me pakken. Maar deze keer hielden ze me en gaven me heerlijk voedsel. Het zag er zo goed uit! Ze pakten me op en knuffelden mij. Later brachten ze me naar een schone en droge plaats en ik realiseerde me dat niet alle mensen hetzelfde zijn.


Nu woon ik in een opvanghuis met drie anderen zoals ik en we hebben het naar onze zin. Mijn volgende stap is om te zoeken naar een permanent thuis. Elke dag vertelt mijn opvangmoeder mij hoeveel ze van me houdt en dat ze het fijn vindt dat ik zo rustig ben, ze heeft niet zoveel werk met mij als met de anderen. 


Oh, nog een ding, ik ben kortgeleden bij de dierenarts geweest voor een operatie aan een van mijn ogen. Ze zeggen dat het niks belangrijks was, gewoon een aangeboren plekje. En nu het alweer genezen is, zit er nog een heel klein littekentje, ik denk dat ik er zo nog mooier uitzie. Dus niet meer aan denken, nu. Ik ben een grote en nobele Mastiff.
Kussen,
Balú