2/12/2015

Een klein geschenk, Cua-cua,

Vanaf het begin, als pup, leidde Cua-Cua een gelukkig leven samen met zijn baasje, hij had een gelukkige jeugd met hem en was altijd aan zijn zijde. Elke dag kreeg hij zijn ontbijt: koekjes en een beetje melk, zijn maaltijd bestond soms uit stoofpot, soms uit paella of linzen met chorizo. Cua-Cua was voornamelijk gek op de gekookte kipfilets, in kleine stukjes gesneden. 's-Middags een muffin (geen koffie, want deze heeft hij 1 keertje geprobeerd en vond hij niet lekker). En dan 's-avonds een omelet voor beiden. Elke dag gingen ze samen wandelen, om brood te kopen, de krant te halen, of langs het huis van de buren, even naar het dorp tot aan de rivierbedding, waar hij het leuk vond om even rond te snuffelen. En naar de kantine waar ze dan een praatje hielden met de buren.
Cua-Cua vond het heerlijk om bij zijn baasje op schoot te kruipen of om op een deken aan zijn voeten te slapen, dan was hij een tevreden hond. Hij had een gelukkig en rustig leven en de jaren gingen voorbij. Ze werden allebei een dagje ouder, totdat plotseling ziekte de kop op stak in hun leven.  Voor Cua-Cua kwamen zijn dagelijkse wandelingen, zijn traktaties, zijn dekens en zijn kipfilets tot een abrupt einde. Zijn baasje ging in korte tijd steeds verder achteruit, tot op een ochtend, zonder dat hij zich helemaal realiseerde wat er gebeurde, ze hem meenamen in de ambulance. Ze hebben Cua-Cua uit het huis gehaald en hem buiten in een hok gestopt en die dag heeft hij 's-ochtends niet gegeten, noch 's-middags, noch 's-avonds. Het leek of niemand zich kon herinneren dat hij er nog was.

In het hok (een oud kippenhok), zocht hij naar een deken om zich mee te bedekken, maar kon er geen vinden. Het was bitterkoud en hij had de kracht niet meer om te huilen. De volgende ochtend zag hij een dame voorbij komen, hij wist niet wie hem eten had gegeven, een paar balletjes hondenvoer die vreselijk smaakten en een bak met water, maar ze liet hem niet in het huis, dat zolang zijn thuis was geweest. Hij probeerde over de muur van het hok te springen, maar de muur was erg hoog en hij was maar klein. Hij probeerde bij mensen op te vallen door continu te blaffen, maar het enige dat hij hiermee bereikte was dat hij schor werd. En zo gingen de dagen voorbij, de weken en de maanden en hij begon de gevolgen van de kou en de verwaarlozing te voelen. Op een ochtend werd hij wakker en merkte hij dat zijn pootjes heel erg aan het trillen waren. Cua-Cua was een sterk hondje, maar hij had recentelijk gemerkt dat de tremor door zijn hele lichaam ging, maar hij wilde zijn baasje niet verontrusten en dus heeft hij het niet laten merken. Maar nu was het anders, hij was helemaal alleen en hij kon het zijn baasje niet meer vertellen. Voor het eerst in zijn leven was hij bang en hij bleef zichzelf continu afvragen, waar is hij nu en waarom komt hij niet terug, hij had al die tijd zoveel van hem gehouden, dus waarom keerde hij niet terug?

Op een dag verscheen plotseling de zoon van zijn baasje, Cua-Cua had hem maar een paar keer eerder gezien, hij kende hem nauwelijks, maar hij kon al snel eruit opmaken dat hij niet van honden hield. De zoon riep hem, toen hij zag dat hij nauwelijks kon lopen, heeft hij hem in zijn armen genomen en in de achterbak van zijn auto gezet. Cua-Cua was nu doodsbang omdat ze hem weghaalden van het huis, zijn thuis! Hij bleef blaffen en blaffen, maar niemand luisterde. Hij wilde helemaal niet weg, hij moest wachten op de terugkeer van zijn baasje.

Toen Cua-cua bij ons kwam, verkeerde hij in een staat van zeer ernstige verwaarlozing, hij was vies, zat vol met teken en was heel erg aan het trillen. Eerst dachten we dat het angst was, maar nadat we hem hadden laten nakijken door de dierenarts, werd ons verteld dat het iets anders was: meningoencephalitis. (een ziekte die niet echt complicaties oplevert, maar alleen trillen veroorzaakt). Cua-cua is een hele sterke en lieve hond, hij heeft zich snel aangepast aan zijn nieuwe leven bij Scooby en heeft al een paar goede vrienden gemaakt: de puppies Dumbito en Noel wonen bij hem en houden heel veel van hem. Hij houdt ervan om naar buiten te gaan, naar de patio om in de zon te zitten en een beetje rond te lopen. En soms zondert hij zich af van zijn maatjes en gaat dan in zijn eentje bij de deur van de ingang zitten, dan tuurt hij door het hek heen, wachtend of er iemand arriveert. Op een dag zullen we hem vertellen dat hij niet achtergelaten was door zijn baasje, dat zijn baasje is overleden en dat dat de reden is dat hij niet teruggekomen is voor hem, maar dat we er zeker van zijn dat hij hem nooit zal vergeten, dat hij hem zich iedere dag zal herinneren en hem zal missen. We zullen hem ook vertellen dat er in deze wereld ook goede mensen zijn zoals zijn baasje, die voor hem zullen zorgen, van hem houden en hem aaien en dat we bij Scooby alles in het werk zullen stellen om die mensen te vinden en dat we niet stoppen met zoeken totdat we voor hem een thuis hebben gevonden waar hij de rest van zijn leven kan doorbrengen.