10/23/2011

Pobre

Op de eerste dag van mijn vierde bezoek aan Scooby mag ik weer heerlijk poep scheppen. Eerst de quarantaine met ontzettend veel vrolijke hondjes, dan paddock 7.3 waar al mijn grote vrienden zitten. Na 7.3 is het tijd voor 7.1, de paddock met de kleine hondjes. En ook hier zitten weer veel vrolijke puppy's en tussen al die puppy's ligt een donkergrijs klein hondje, stil weggedoken in een hoekje. Ik denk, zou ik ook doen te midden van al die drukte, maar ik heb toch het gevoel dat er iets niet helemaal klopt. Ik loop naar het hondje en hij begint wel te kwispelen, maar blijft in het hoekje liggen. Toch maar even oppakken en hier en daar een beetje voelen en kijken of er niet iets mankeert. Tsja, zijn buikje is een klein beetje hard, hij kijkt wat sip, hij voelt wat koud aan, maar niet echt iets waaruit blijkt, die is ziek. Ook de dierenarts kan weinig vinden, maar besluit om toch het beestje eruit te halen en naar de kliniek te brengen. Hier hoor ik dat het arme diertje twee jaar geleden is geadopteerd en sinds drie dagen weer in een asiel zit; de eigenaresse bracht hem naar Scooby omdat dat ze de laatste tijd geen tijd meer aan het hondje kon besteden. En dat blijkt! Zijn vacht zit vol met poep en klitten, zijn vijfde nagel is twee keer rond gegroeid, zijn piemeltje is rood en gezwollen en kan niet meer zonder hulp terug in de huid en hij kan niet meer normaal plassen of poepen, want zijn darmen zitten verstopt. Maar het ergste van alles is nog dat het licht weg is uit zijn ogen. Hij kijkt wel, maar er gebeurt niks meer. De vrouw heeft letterlijk en figuurlijk twee jaar lang niet naar hem omgekeken! En het is echt een lieve hond! Hij geeft geen kick bij de onderzoeken, kwispelt voorzichtig met zijn staart als hij je ziet en laat zich geduldig aaien. Maar die ogen. Die zeggen duizend woorden. Woorden van verwaarlozing.
Pobre, zoals wij hem genoemd hebben, krijgt vanaf vandaag medicijnen en morgen gaat hij onder de douche om die verschrikkelijke stank van verwaarlozing van hem af te spoelen. En hopelijk komt er dan met tijd en veel aandacht weer wat leven in die ogen. Want een hond zonder dat is enkel een zielig hoopje niks.



Enkele dagen later...

Het is een grote dag voor Pobre, het hondje dat door lichamelijke en geestelijke verwaarlozing geen licht meer in de ogen had en na enkele dagen van aandacht rond rende als het vrolijkste hondje op aarde. Toch heeft hij, ondanks medicatie, nog steeds last van een harde verstopping in zijn darmen en hij kan heel slecht plassen. De dierenarts heeft een echo gemaakt en zag dat er kristallen in de blaas waren gevormd die in de urinebuis terecht zijn gekomen waardoor het plassen maar per druppel gaat in plaats van per straaltje. Dat moet toch veel pijn doen bij zo’n hondje. Dus vandaag is de grote dag, hij gaat onder het mes. En ik mag voor assistent spelen bij de operatie, wat ik aan de ene kant fijn vind en aan de andere kant ook niet. Het is tenslotte in de afgelopen tijd mijn lievelingetje geworden en om die onder narcose te zien gaan en open gesneden te zien worden is wel even slikken. Maar voor hem vind ik het dan ook wel fijn als ik erbij ben als hij niet weet wat er met hem gaat gebeuren.
Daar gaan we dan, hondje op de plank, infuus erin, onder narcose brengen, intuberen, scheren, wassen en alles klaar leggen voor de operatie. Allemaal routinewerk voor de dierenarts, maar ik blijf maar kijken naar dat buikje. Dat moet wél weer gaan ademen nadat de narcose is toegediend. Het kan even duren, maar ik vind een minuut toch wel erg lang. Anderhalve minuut. Twee minuten. Kom op Pobre, ademen! Van binnen raak ik in paniek, maar van buiten probeer ik rustig te blijven, want de dierenarts schijnt zich geen zorgen te maken. Komt wel vaker voor. Hij gaat gewoon verder met de voorbereiding. Maar als hij dan ook eindelijk stopt en naar het buikje kijkt, gaat het plotseling toch op een neer. Een zucht van verlichting. Van Pobre én van mij. Gelukkig, ‘hij doet het nog’. We kunnen beginnen.

Zodra de buikwand open is gesneden en hier en daar wat vet is weggehaald (dat is het enige dat de vorige eigenaresse wél heeft gedaan, ze heeft hem (te veel) te eten gegeven) zegt hij ineens: “Verrassing! We hoeven niet twee dingen te opereren, maar maar één. Voel maar.” Dus ik knijp in de blaas en schrik, dat voelt hard! Dus dat is de zogenaamde verstopping in de darmen die we leken te voelen. En zodra hij de blaas opensnijdt stoten de dierenarts en ik tegelijk een Spaans scheldwoord uit, wat ik niet zal herhalen. Wat in hemelsnaam komt daar uit?! Iets wat lijkt op een steen of een stuk koraal van wel acht centimeter lang en drie centimeter in doorsnee. Hoe kan dat zich in de blaas van zo’n klein hondje hebben opgebouwd? Dat moet maanden hebben gekost! En hoeveel last moet hij daar wel niet van hebben gehad? Hij plast vast al heel lang met veel pijn en moeite. Arm arm hondje. Hij doet wederom echt zijn naam eer aan; zielig hoopje.
Gelukkig ziet zijn toekomst er vanaf nu een stuk comfortabeler uit en als hij straks is bijgekomen van de operatie zal hij nog harder kwispelen dan dat hij al deed. Lieve, lieve Pobre. Nu nog een thuis.

Claire