En zoals in alle boeken, is dit verhaal
iets meer dan een jaar begonnen toen Fermin, de voorzitter van Scooby, een paar
dagen naar Mucia ging en Ger Canals tegenkwam, die hem om hulp vroeg m.b.t. een
zaak over dierenmishandeling die ze op dat moment aan het onderzoeken waren. De
verdachte was schuldig bevonden aan dierenmishandeling 2 jaar eerder, en het
was hem verboden om nog dieren te houden voor een periode van 3 jaar. Toen men
op de hoogte was van de hele situatie en alles had gezien, is Scooby opgetreden
als de aanklager en werden ze tijdelijk toegewezen als de legitieme eigenaar
van de dieren op laste van de rechter. Een totaal van 7 veulens (de meeste van
hen zwanger), ongeveer 60 galgo’s en podenco’s, 20 fretten, 20 schapen en
geiten. Allen van hen in een betreurenswaardige conditie met serieuze
ondervoedings problemen, omdat ze alleen de restjes kregen van patat van een
nabijgelegen fabriek.
Aangezien het al een gewoonte is
geworden, zijn een aantal medewerkers van Scooby begonnen aan de reis om de
dieren op te halen, en waren ze in staat om eerst de paarden, de fretten en de
honden over te brengen. De rest van de dieren waren in afwachting van de
benodigde papieren om vervoerd te mogen worden.
Eén voor één, beetje bij beetje,
begonnen de dieren die arriveerden bij Scooby te herstellen en op te knappen en
kwamen ze aan in gewicht. Echter konden we ook zien dat de staat waarin ze
verkeerden nog erger was dan we dachten, ze waren extreem mager, met
darmproblemen, ziekten en zelfs letsel. Om over hun hygiene nog maar te zwijgen.
Dit is waar het eerste hoofdstuk eindigt
(maar wordt vervolgd....).