Vanaf het
begin, als pup, leidde Cua-Cua een gelukkig leven samen met zijn baasje, hij
had een gelukkige jeugd met hem en was altijd aan zijn zijde. Elke dag kreeg
hij zijn ontbijt: koekjes en een beetje melk, zijn maaltijd bestond soms uit
stoofpot, soms uit paella of linzen met chorizo. Cua-Cua was voornamelijk gek
op de gekookte kipfilets, in kleine stukjes gesneden. 's-Middags een muffin
(geen koffie, want deze heeft hij 1 keertje geprobeerd en vond hij niet
lekker). En dan 's-avonds een omelet voor beiden. Elke dag gingen ze samen
wandelen, om brood te kopen, de krant te halen, of langs het huis van de buren,
even naar het dorp tot aan de rivierbedding, waar hij het leuk vond om even
rond te snuffelen. En naar de kantine waar ze dan een praatje hielden met de
buren.
Cua-Cua
vond het heerlijk om bij zijn baasje op schoot te kruipen of om op een deken
aan zijn voeten te slapen, dan was hij een tevreden hond. Hij had een gelukkig
en rustig leven en de jaren gingen voorbij. Ze werden allebei een dagje ouder,
totdat plotseling ziekte de kop op stak in hun leven. Voor Cua-Cua kwamen zijn dagelijkse
wandelingen, zijn traktaties, zijn dekens en zijn kipfilets tot een abrupt
einde. Zijn baasje ging in korte tijd steeds verder achteruit, tot op een
ochtend, zonder dat hij zich helemaal realiseerde wat er gebeurde, ze hem
meenamen in de ambulance. Ze hebben Cua-Cua uit het huis gehaald en hem buiten
in een hok gestopt en die dag heeft hij 's-ochtends niet gegeten, noch
's-middags, noch 's-avonds. Het leek of niemand zich kon herinneren dat hij er
nog was.
In het hok
(een oud kippenhok), zocht hij naar een deken om zich mee te bedekken, maar kon
er geen vinden. Het was bitterkoud en hij had de kracht niet meer om te huilen.
De volgende ochtend zag hij een dame voorbij komen, hij wist niet wie hem eten
had gegeven, een paar balletjes hondenvoer die vreselijk smaakten en een bak
met water, maar ze liet hem niet in het huis, dat zolang zijn thuis was
geweest. Hij probeerde over de muur van het hok te springen, maar de muur was
erg hoog en hij was maar klein. Hij probeerde bij mensen op te vallen door
continu te blaffen, maar het enige dat hij hiermee bereikte was dat hij schor
werd. En zo gingen de dagen voorbij, de weken en de maanden en hij begon de
gevolgen van de kou en de verwaarlozing te voelen. Op een ochtend werd hij
wakker en merkte hij dat zijn pootjes heel erg aan het trillen waren. Cua-Cua
was een sterk hondje, maar hij had recentelijk gemerkt dat de tremor door zijn
hele lichaam ging, maar hij wilde zijn baasje niet verontrusten en dus heeft
hij het niet laten merken. Maar nu was het anders, hij was helemaal alleen en
hij kon het zijn baasje niet meer vertellen. Voor het eerst in zijn leven was
hij bang en hij bleef zichzelf continu afvragen, waar is hij nu en waarom komt
hij niet terug, hij had al die tijd zoveel van hem gehouden, dus waarom keerde
hij niet terug?
Op een dag
verscheen plotseling de zoon van zijn baasje, Cua-Cua had hem maar een paar
keer eerder gezien, hij kende hem nauwelijks, maar hij kon al snel eruit
opmaken dat hij niet van honden hield. De zoon riep hem, toen hij zag dat hij
nauwelijks kon lopen, heeft hij hem in zijn armen genomen en in de achterbak
van zijn auto gezet. Cua-Cua was nu doodsbang omdat ze hem weghaalden van het
huis, zijn thuis! Hij bleef blaffen en blaffen, maar niemand luisterde. Hij wilde
helemaal niet weg, hij moest wachten op de terugkeer van zijn baasje.
Toen
Cua-cua bij ons kwam, verkeerde hij in een staat van zeer ernstige
verwaarlozing, hij was vies, zat vol met teken en was heel erg aan het trillen.
Eerst dachten we dat het angst was, maar nadat we hem hadden laten nakijken
door de dierenarts, werd ons verteld dat het iets anders was:
meningoencephalitis. (een ziekte die niet echt complicaties oplevert, maar
alleen trillen veroorzaakt). Cua-cua is een hele sterke en lieve hond, hij heeft
zich snel aangepast aan zijn nieuwe leven bij Scooby en heeft al een paar goede
vrienden gemaakt: de puppies Dumbito en Noel wonen bij hem en houden heel veel
van hem. Hij houdt ervan om naar buiten te gaan, naar de patio om in de zon te
zitten en een beetje rond te lopen. En soms zondert hij zich af van zijn
maatjes en gaat dan in zijn eentje bij de deur van de ingang zitten, dan tuurt
hij door het hek heen, wachtend of er iemand arriveert. Op een dag zullen we
hem vertellen dat hij niet achtergelaten was door zijn baasje, dat zijn baasje
is overleden en dat dat de reden is dat hij niet teruggekomen is voor hem, maar
dat we er zeker van zijn dat hij hem nooit zal vergeten, dat hij hem zich
iedere dag zal herinneren en hem zal missen. We zullen hem ook vertellen dat er
in deze wereld ook goede mensen zijn zoals zijn baasje, die voor hem zullen
zorgen, van hem houden en hem aaien en dat we bij Scooby alles in het werk
zullen stellen om die mensen te vinden en dat we niet stoppen met zoeken totdat
we voor hem een thuis hebben gevonden waar hij de rest van zijn leven kan
doorbrengen.
Cua Cua YOUTUBE: https://www.youtube.com/watch?v=iBRmUByCDjA&feature=youtu.be